Specificaties:
Uit de testresultaten van de V1-V2-V3 werd de VW30 ontworpen. Het
koetswerk werd aangepast. De wagen werd iets kleiner, om
productiekosten zo laag mogelijk te houden. Het achterste raampje werd
dan ook verkleind. De nummerplaten van deze modellen gingen van
IIIA-37000 tot IIIA-37030. Testritten (per wagen 80.000km!) werden
uitgevoerd door 200 SS officieren, ook de Alpen werden onder de wielen
geschoven.
De
wagen met nummer 22 (IIIA-37022) was de V2 cabrio op stalen chassis, met
aangepast kofferdeksel.
Motorisatie:
luchtgekoelde boxermotor, 985 cc later werd deze vervangen door een
1131cc.
Specificaties:
Tussen de VW30 en de VW38 was er nog een hybride: de V303. Deze wagen
was in feite een VW38, maar om de deadline te halen, werden de eerste 3
stuks VW38 op een chassis van VW30 geplaatst. Aangezien het om
tentoonstellingsmodellen waren, was het telkens een ander model: sedan,
cabrio en open dak. (nummerplaten: IIIA-42801,
IIIA-42803, IIIA-42802). Officieel zijn het dus VW38, maar technisch
gezien is het nog een tussenstap
Specificaties:
Na de testjaren, werd de definitieve vorm van de Volkswagen aan het
publiek getoond. Wederom in de drie verschillende modellen: sedan,
cabrio en open dak. Bijna de helft van de VW38 hadden een open dak,
opvallend voor een land zoals Duitsland. De wagens werden gebruikt voor
tentoonstellingen en promotie. Het is ook het eerste VW-model met een
achterruit (bril) en zonder suicide deuren. Opvallend zijn de
chromébumpers met naar achter hellende banaantjes. De nummerplaten
waren van IIIA-43001 tot IIIA-43044.
Specificaties:
Voorserie van de KDF-wagen. Praktisch identiek aan de VW38, maar toch
kleine wijzigingen: banaantjes op bumper zijn nu omgedraaid, andere
vloermatten, ander soort glas voor de ramen, verwarmde voorruit, ovalen
ipv rechthoekig achteruitkijkspiegel.
Voor de
nummerplaten werd er gebruikt gemaakt van de VW38-reeks.